Calocedrus decurrens

Wierookceder of zuicipres is inheems in het westelijk deel van Noord-Amerika. In het meest noordelijke deel smal zuilvormig maar meer naar het zuiden iets conisch van vorm wordend. De boom kan een hoogte tot circa 25 meter bereiken. Bij oude bomen is de stam roodbruin en in lange platen loslatend. De schubben aan de roodbruine twijgen groeien als een waaiervorm over elkaar heen. Deze conifeer is een eenhuizige boom waarbij vrouwelijke en mannelijke bloemen aan verschillende takken voorkomen. De kleine eivormige en hangende kegels zijn aan de top haakvormig. Dit is een duidelijk kenmerk van de wierookceder. Het zijn vaak alleen de middelste schubben die zaden dragen. Calocedrus decurrens groeit op elke grondsoort die niet te nat is en verdraagt kalk. Op vochtige grond is hij gevoelig voor Phytophthora (waterschimmel). Het hout is eenvoudig bewerkbaar en aromatisch. Het eenvoudig te bewerken en aromatische hout wordt gebruikt voor bijv. potloden.