Gewasgroepen
Bamboe
Bamboe behoren tot de familie der grassen, echter is het een unieke geslachtengroep die zich onderscheidt door zijn uiterlijke kenmerken. De stengel van bamboe is verhout en sommige bamboes kunnen hierdoor een hoogte van tot wel 30 meter bereiken. Veruit de meeste zijn groenblijvend, waardoor ze hun decoratieve waarde het gehele jaar behouden.
Er zijn drie soorten bamboes te onderscheiden; pollenvormende, langzaam- en snel verspreidende bamboe. De laatste kan zichzelf verspreiden met een tempo van tientallen centimeters per jaar. Hiervoor bestaan rizomenbegrenzers, in de grond ingegraven afscheidingen. De pollenvormende bamboes woekeren niet of nauwelijks, de Fargesia is hiervan de meest voorkomende bamboe.
Bloembollen en knollen
Bloembollen en knollen zijn in feite vaste planten en zijn al eeuwen erg populair. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat het echte voorjaarsboden zijn en zich vaak kenmerken door een uitbundige bloei. In de Hollandse Gouden Eeuw werd er voor een tulpenbol zelfs ooit 13.000 gulden neergeteld, destijds de waarde van een statig grachtenpand.
Bollen en knollen zijn wat betreft groei erg bijzonder, om het feit dat de (hele) plant al voor de bloei in de bol/knol aanwezig is.
Het verschil tussen de twee soorten is dat bij bloembollen het reservevoedsel wordt opgeslagen in ondergrondse bladeren en bij knollen in de wortel of de stengel.
Bekende voorbeelden van bloembollen zijn tulpen, narcissen, hyacinten en alliums (ui-achtigen). Van knollen zijn onder andere dahlia’s en krokussen bekend. Verder kennen we eenjarige, tweejarige en meerjarige bollen.
Bomen
Bomen zijn wellicht de bekendste groep planten die we kennen. Een boom is net als een heester een overblijvende plant, maar onderscheidt zich omdat het van nature één houtige stam met kroon ontwikkeld en vaak de hoogte zoekt. Het zijn de onmisbare groene structuren in tuinen en parken, langs wegen en op pleinen. Een loofboom heeft bladeren die in ons klimaat in de herfst vaak verkleuren en vervolgens afvallen. Zo weert de boom zich tegen ons ‘koude’ klimaat.
Bomen komen voor in enorm veel variëteiten, door ze te veredelen zijn er typische vormen bijgekomen als zuilvormige soorten of treurvormen etc. Daarnaast lenen sommige bomen zich erg goed voor vormsnoei, waarvan de leilinde en de beukenhaag met zekerheid de bekendste zijn.
Bekende voorbeelden van bomen die inheems zijn in Nederland zijn de zomereik (Quercus robur), beuken (Fagus) en lindes (Tilia).
Coniferen
Een conifeer is in de meeste gevallen een boom, oftewel naaldboom genoemd, echter zijn er ook heesterachtige en bodembedekkende soorten. Coniferen brengen de grootste levende wezens op aarde voort, namelijk de Sequoiadendron giganteum die een hoogte kan bereiken van zo’n 100 meter. Deze groep bomen dank zijn naam aan de vorm van zijn vruchtdrager, die conisch of kegelvormig is, zoals een dennenappel. Coniferen zijn te verdelen in twee groepen; in naaldbomen, zoals dennen, ceders, sparren en in schubconiferen. Deze laatste groep zie je vaak terug in hagen.
Op enkele soorten na, zijn de meeste coniferen wintergroen en goed tot extreem winterhard en hierdoor uitermate geschikt voor ons klimaat.
Bekende voorbeelden van coniferen zijn taxus, de mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) en kerstbomen, zoals de Nordmann-spar (Abies Nordmanniana).
Heesters
Een heester is een overblijvende houtige plant, die zich eenmaal boven de grond onmiddellijk vertakt. Er wordt dus eigenlijk geen echte stam gevormd zoals we dat gewend zijn bij een boom. Heesters, ook wel struiken genoemd, worden een de meeste gevallen tussen de 0,5 en 6 meter, ze blijven dus relatief dicht aan de grond en komen van nature vaak aan bosranden voor. De grote sierwaarde van heesters kan onder andere zitten in spectaculaire herfstverkleuringen of groenblijvende soorten en opvallende, soms eetbare, vruchten.
Bekende voorbeelden van heesters zijn hortensia’s, buxus, rododendrons en rozen.
Heideplanten
Een heideplant is een heester die, zoals de naam al doet vermoeden, van nature voorkomt op de heide, een type gebied dat enkel in West-Europa voorkomt. De plant houdt van een humusrijke zure bodem en is onder te verdelen in twee groepen, namelijk zomerheide (zomerbloeiend) en winterheide (winterbloeiend). Ze hebben beide de eigenschap om dicht aan de grond te blijven en te kruipen. Heide wordt dan ook vaak als bodembedekker toegepast.
De bekendste voorbeelden van heide zijn Calluna en Erica.
Palmen
Een palm is een boom die we kennen uit tropische en subtropische gebieden. Er zijn slecht enkele soorten die redelijk goed gedijen in ons klimaat, oftewel vorstbestendig zijn. Houd er hierbij wel rekening mee dat deze plant het liefst op het zonnigste plekje van de tuin staat en bij aanstaande vorst ingepakt wordt in vliesdoek. Een palm is een boom, maar heeft anders dan andere bomen een schijnstam. Dat wil zeggen dat het bestaat uit bladvoeten en geen bast heeft. Deze boom wordt hierdoor al groeiende slechts hoger en niet dikker. Een palm heeft ook een hekel aan verpoten, de groei staat daarna namelijk een aantal jaren stil.
Bekende winterharde soorten zijn de Chinese waaierpalm (Trachycarpus) of Europese dwergpalmboom (Chamaerops).
Rododendrons
Rododendron is een geslacht planten die eigenlijk behoort tot de groep heesters, echter is dit geslacht zo omvangrijk dat wij er in navolging van de bekende plantkundige Linnaeus een aparte groep voor hebben gemaakt.
Deze planten kenmerken zich doordat ze een uitbundige bloei hebben in zeer uiteenlopen kleuren en in de meeste gevallen wintergroen zijn. Dit maakt ze zeer geschikt voor aan te planten in parken en tuinen en geven het een echte meerwaarde.
Rozen
Rozen behoren tot een geslacht planten (Rosa) die eigenlijk behoort tot de groep heesters, echter is dit geslacht zo omvangrijk dat wij er een aparte groep voor hebben gemaakt. Rozen worden sinds duizenden jaren geteeld om hun schoonheid, in de oudheid gebeurde dat in China, Egypte, door de Grieken en later ook de Romeinen. Ze hebben namelijk een lange en uitbundige bloei, waaraan vroeger en tegenwoordig nog steeds veel symbolische betekenissen worden gekoppeld. Deze bloemen zijn er in vele kleuren en variëteiten. Een roos is van grote decoratieve waarde in een tuin, waar ze het liefst warme en zonnige plek staan.
Siergrassen
Een siergras is een gras (Poaceae) dat vanwege zijn decoratieve waarde wordt toegepast in parken en tuinen. Het is een van de grootste plantenfamilies op aarde en komt voor op elk werelddeel. Siergrassen hebben pas sinds eind 20e eeuw aan populariteit gewonnen en wordt sindsdien veelvuldig gebruikt als onder andere borderbeplanting. Het zijn duurzame en zeer onderhoudsvriendelijke planten, waarvan veel soorten wintergroen zijn en dus altijd hun sierwaarde behouden.
Tweejarige planten
Tweejarige planten zijn zogenaamd monocarpisch, dat wil zeggen dat ze niet meer dan slecht één keer bloeien en vrucht dragen. Hier doen ze twee jaar over, na dit proces sterft de plant af. Deze planten kenmerken zich door een mooie bloei en zijn uitstekend geschikt voor borderbeplanting of in potten.
Varens
Varens zijn groep die behoort tot de vaste planten, veel soorten hebben namelijk een overblijvende wortelstok, terwijl de rest van de plant afsterft. Varens onderscheiden zich echter door de manier waarop ze zich voortplanten, namelijk met sporen en niet door middel van zaden. Varens hebben geen bloei, maar door de kenmerkende groei hebben de planten toch een grote sierwaarde voor in tuinen of parken. Ze worden vaak gebruikt als bodembedekkers.
Vaste planten
Een vaste plant is een kruidachtige, overblijvende zaadplant. Vaste planten verhouten niet zoals heesters en bomen dat doen. Veel vaste planten sterven in het najaar namelijk af om de volgende lente weer uit te slaan en tot bloei te komen. Het zijn in feite de versierders van de tuin, door hun grote variatie in kleur, geur, vorm en eigenschappen.
Er zijn ook overblijvende vaste planten, vaak zijn dit grassen of bamboes.
Water- en oeverplanten
Waterplanten en oeverplanten zijn planten die zich hebben aangepast aan het voortdurend bestaan in, bij of onder water. Ze zijn grofweg te onderscheiden in twee groepen, de hydrofieten (echte waterplanten) die zich niet in de bodem wortelen. Deze zorgen voor een natuurlijke zuivering van het water waarin ze leven en geven algen minder kans om te gedijen. Daarnaast zijn er de helofyten, moeras- en oeverplanten. Deze laatste wortelen zich wel in de bodem. Beide soortgroepen zijn vaak goede schuilplaatsen voor insecten en vissen.
Aanverwante producten
Een aantal benodigdheden kunt u niet missen bij het planten van bomen, heesters en vaste planten. Denk hierbij aan grond- en meststoffen, zoals potgrond en tuinturf. Daarnaast kunt u hierbij denken aan plant ondersteunende materialen, zoals boompalen, boomband, bamboestokken en bindbuis (koord).
Deze leveren wij indien gewenst bij de door u gekochte bomen, heesters of vaste planten.
Kweek- of snoeivorm
• Beveerd
staat voor een boom of heester waarvan de harttak strak naar boven geleid is aan een bamboestok en vanaf de grond betakt is.
• Blokvorm
staat voor een plant die in een blokvorm gesnoeid of geschoren is. Dit wijkt af van een kubusvorm, omdat het normaliter meer in de vorm van een verticale rechthoek is.
• Bolvorm
staat voor een plant die in een bolvorm gesnoeid of geschoren is.
• Cilindervorm
staat voor een plant die in een cilindervorm gesnoeid of geschoren is.
• Dakvorm
staat voor een boom of heester waarvan de harttak strak naar boven geleid is aan een bamboestok en op ongeveer 240 cm vanaf de grond met zes takken horizontaal geleid is in de vorm van een dak/parasol. Deze bomen kunnen vers- of meerjarig geleid worden verkocht en zijn ideaal toepasbaar als natuurlijke overkapping of schaduwgever bij een tuinterras.
• Ent
staat voor een twijg die op een speciale manier in een andere plant gestoken is, en wel zo dat deze twijg met de boom vergroeit. Op deze manier zijn bomen met verschillende eigenschappen te combineren. Bijvoorbeeld een twijg die lekkere bessen levert combineren met een onderstam die stevig wortelt. Veel bolbomen zijn een ent van een stevige onderstam waarop een struikvormige variëteit geënt is.
• Gekandelaberd
staat voor een boom waarvan de top en een aantal hoofdtakken op een bepaalde hoogte afgeknipt zijn en waar naargelang dit vaker gebeurt op die plek een knot ontstaat. De vorm is gelijkend aan een kandelaar, daar is dan ook de naam van afgeleid.
• Haag
staat voor een plant die zodanig gesnoeid of geschoren is dat deze ideaal toepasbaar is in een haag.
• Haagelement
staat voor een plant (of meerdere planten die op jonge leeftijd naast elkaar gepoot zijn) die zodanig gesnoeid of geschoren is dat het een kant-en-klare haag kan vormen.
• Halfstam
staat voor een boom of heester waarvan de harttak strak naar boven geleid is aan een bamboestok en waarvan de kroon opgesnoeid is tussen de 70 en 170 cm vanaf de grond.
• Hoogstam
staat voor een boom of heester waarvan de harttak strak naar boven geleid is aan een bamboestok en waarvan de kroon normaliter opgesnoeid is tot 200 cm vanaf de grond. De aanvang van de kroon kan afwijken. Bij bolbomen wordt dit aangegeven.
• Kegelvorm
staat voor een plant die gesnoeid of geschoren is in de vorm van een kegel.
• Knoop
staat voor een boom waarbij de stam op jonge leeftijd in een knoop gelegd is.
• Knotvorm
staat voor een boom waarvan de top op een bepaalde hoogte, normaliter op 200 cm, afgeknipt is en waar naargelang dit vaker gebeurt op die plek een knot ontstaat. Knotwilgen zijn hiervan wel het bekendste voorbeeld.
• Kubus
staat voor een plant die in een kubusvorm gesnoeid of geschoren is.
• Laagstam
staat voor een boom of heester waarvan de harttak strak naar boven geleid is aan een bamboestok en waarvan de kroon opgesnoeid is tot maximaal 60 cm vanaf de grond.
• Leivorm
staat voor een boom of heester waarvan de harttak strak naar boven geleid is aan een bamboestok en op ongeveer 200 cm vanaf de grond aan twee zijden met meerdere takken horizontaal geleid is in de vorm van een scherm. Deze bomen kunnen vers- of meerjarig geleid worden verkocht en zijn ideaal toepasbaar als natuurlijke afscherming tegen wind, zonlicht of in het geval van een kleinere tuin voor privacy.
• Meerstammig
staat voor een boom die zo gekweekt is dat deze zich vanaf de grond of onder de grond al heeft vertakt.
• Piramidevorm
staat voor een plant die gesnoeid of geschoren is in de vorm van een piramide.
• Plantgoed
staat voor zeer jonge bomen of heesters die aangeplant worden voor doorkweek.
• Plantsoen
staat in de meeste gevallen voor kleinere maten (van 20 tot 250 cm) bosplantsoen- of haagplanten die door de kweker met blote wortel worden geleverd om bosschages of hagen aan te planten.
• Solitair
staat voor een boom of heester die zonder (of met weinig) ingrijpen van de kweker of hinder van naburige planten heeft kunnen groeien.
• Spil
staat voor een zeer jonge boom of heester waarvan de harttak strak geleid wordt aan een bamboestok, maar die nog geen kroon heeft kunnen vormen.
• Struik
staat voor een houtige plant - een boom of heester - die zich vanaf de grond vertakt.
• Zuilvorm
staat voor een plant die gesnoeid of geschoren is in de vorm van een zuil.
Wortelgoed; staat voor een plant die geleverd wordt met een blote wortel. Dit is gebruikelijk bij kleinere maten bomen, bos- en haagplantsoen, zoals bijvoorbeeld haagplanten.
Kluit; staat voor een plant die geleverd wordt met een kluit. Een vrijwel alle gevallen wordt de kluit bij elkaar gehouden door een jute lap. Dit is gebruikelijk bij planten met een kwetsbare wortel of de wat grotere maten planten. Een plant met een kluit slaat gemakkelijker aan dan een plant met een blote wortel.
Draadkluit; staat voor een plant die geleverd wordt met een draadkluit. De kluit wordt bij elkaar gehouden door een jute lap en een draadkorf van metaal. Dit is gebruikelijk bij planten met een kwetsbare wortel of grote maten planten. Een plant met een draadkluit slaat gemakkelijker aan dan een plant met een blote wortel.
Container; staat voor een plant die gekweekt en geleverd wordt in een plastic pot. Dit is gebruikelijk in de zomerperiode, wanneer planten uit de volle grond niet gerooid en dus geleverd kunnen worden. Daarnaast worden vaste planten en siergrassen vrijwel altijd in pot gekweekt. De potmaat, van klein (P7) naar groot (C1000) zegt in veel gevallen iets over de grootte van de plant en dus ook over de prijs. De 'P' staat voor potmaat, het getal geeft de grootte weer in centimeter. Een P9 pot is dus 9x9 cm groot. De 'C' staat hierbij voor container, het getal geeft de inhoud in liters weer. Een C10 is dus een 10 liter container.
Een volledig overzicht vindt u bij: Potmaten
Inkuilen; staat voor het afdekken van de kluit met zand of stro van reeds gerooide bomen of heesters die niet op korte termijn worden terug geplant in de grond. Planten worden ingekuild om verdroging of bevriezing te voorkomen.
Maatvoering
Stamomtrek
Voorbeeld: 20-25 HO; staat voor een hoogstam (HO) boom die een stamomtrek heeft tussen de 20 en 25 cm. De omtrek van de stam wordt gemeten op 100 cm boven de grond. Deze maataanduiding zegt alles over de grootte van de boom en hieraan wordt dan ook de prijs van de boom bepaald. Deze maataanduiding start bij een stamomtrek tussen 6-8 cm en eindigt op onze kwekerij rond de 100-120 cm.
Hoogte
Voorbeeld: 200-250 cm; staat voor de hoogte van een plant, gemeten van de grond. Deze maataanduiding zegt alles over de grootte van bijvoorbeeld een struik, conifeer of meerstammige boom en hieraan wordt dan ook de prijs bepaald. Op onze kwekerij starten we met het meten van onze planten vanaf 20-40 cm en eindigt het rond de 1000-1200 cm.
Winterhardheid
In ons klimaat gedijen niet alle planten even goed. Sommige planten kunnen slecht vorst verdragen, anderen kunnen dat juist heel goed. Het USDA-systeem is een internationale standaard om gebieden in te delen in winterhardheidszones. Hierbij is men uitgegaan van jaarlijkse gemiddelden minimum temperaturen. Nederland valt volgens deze indeling hierbij grofweg in zone 7 (oosten), waar het 15 °C kan vriezen en zone 8 (midden, westen), waar het 9 °C kan vriezen. Wij hebben met 10 indicatoren, van zeer extreem tot en met zeer slecht, aangegeven hoe winterhard planten zijn in ons klimaat. Met andere woorden, planten die de indicatie goed, zeer goed, uitstekend, zeer uitstekend, extreem of zeer extreem hebben, kunnen normaliter ons klimaat prima verdragen.
Voor gebieden met een strenger klimaat geldt de volgende tabel:
Winterhardheidszone (USDA-zone) | Minimum temperatuur in ℃ (gemiddeld) | Aanduiding winterhardheid | Landen / gebieden (voorbeelden) |
1 | < -45,5 | zeer extreem | Centraal Siberië |
2 | -45,5 tot -40,1 | extreem | Siberië |
3 | -40,0 tot -34,5 | zeer uitstekend | Lapland |
4 | -34,4 tot -28,9 | uitstekend | Rusland, Noord- en alpien Scandinavië |
5a | -28,9 tot -26,1 | zeer goed (a) | Wit-Rusland, Oost-Baltische staten |
5b | -26,0 tot -23,4 | zeer goed (b) | Noordoost-Polen, Zuid-Oekraïne, Centraal-Zweden, Zuid-Finland |
6a | -23,3 tot -20,6 | goed (a) | Oost-Polen, Slowakije, Oost- en Centraal-Zuid-Zweden, Zuid-Noorwegen |
6b | -20,5 tot -17,8 | goed (b) | Centraal-Polen, Oost-Hongarije, Tsjechië, Zuid-Zweden |
7a | -17,7 tot -15,0 | vrij goed (a) | Oost-Duitsland, West-Polen, oostelijke en westelijke Zweedse kustgebieden |
Winterhardheidszone (USDA-zone) | Minimum temperatuur in ℃ (gemiddeld) | Aanduiding winterhardheid | Landen / gebieden (voorbeelden) |
7b | -14,9 tot -12,3 | vrij goed (b) | Oost-Nederland, zuidelijke Zweedse kustgebieden, Oost-Denemarken |
8a | -12,2 tot -9,5 | matig (a) | Centraal-Nederland, België, Noord- en Centraal-Frankrijk, Noord-Engeland |
8b | -9,4 tot -6,7 | matig (b) | Kustgebieden Nederland, West-Frankrijk, Noord-Italië, Centraal-Engeland |
9 | -6,6 tot -1,2 | slecht | Zuidelijke kustgebieden Frankrijk, Centraal-Italië, Centraal-Portugal, zuidelijke kustgebieden Engeland |
10 | -1,1 tot 4,4 | zeer slecht | Zuidelijke- en oostelijke kustgebieden Italië, zuidelijke kustgebieden Spanje, Zuid-Griekenland |
11 | > 4,4 | niet | (Sub)tropisch Afrika |
Botanische plantnamen
Geslachten, soorten, ondersoorten, variëteiten en forma's
Alle plantnamen beginnen met de naam van het geslacht. Deze naam wordt altijd met een hoofdletter geschreven. Achter de geslachtsnaam staat meestal de soortnaam (zie voorbeeld 1), die met een kleine beginletter beschreven wordt. De soortnaam wordt soms weggelaten bij cultivars.
Als de soortnaam voorafgegaan wordt door een hybride-teken (x) gaat het om een kruising van 2 soorten uit hetzelfde geslacht, ofwel een soorthybride (zie voorbeeld 2). Als voor de geslachtsnaam een hybride-teken staat, gaat het om een kruising tussen planten van verschillende geslachten, ofwel geslachtshybriden (zie voorbeeld 3).
Binnen soorten kunnen nog weer onderscheiden zijn: een ondersoort of 'subspecies' (subsp.) (zie voorbeeld 4), een variëteit of 'varietas' (var.) (zie voorbeeld 5) en een vorm of 'forma' (f.) (zie voorbeeld 6).
Bij houtige gewassen komt bij hoge uitzondering het teken (+) voor, bij planten die bestaan uit een mengsel van weefsels van verschillende planten, ontstaan door enten. Dit zijn zogenaamde entbastaarden (zie voorbeeld 7).
Cultivars (rassen)
De cultivaraanduiding volgt direct achter de soortnaam of soorthybridenaam (zie voorbeeld 8). Bij hybride cultivars waarvan de exacte taxonomische indeling onbekend of niet relevant is, volgt de cultivaraanduiding direct achter de geslachtsnaam (zie voorbeeld 9).
Alle woorden van de cultivaraanduiding beginnen steeds met een hoofdletter en de gehele cultivarnaam wordt tussen aanhalingstekens geplaatst. Bij uitzondering worden woorden, zoals lidwoorden, met een kleine letter geschreven.
Synoniemen
Veel gewassen hebben naast hun voorkeursnamen ook één of meerdere synoniemen. Synoniemen zijn vaak ongeldige of verouderde namen.
Geslachtshybride- / entbastaard-aanduiding | Geslacht | Soorthybride-aanduiding | Soort | Ondersoort- / variëteit- / vormaanduiding | Ondersoort / variëteit / vorm / cultivar | Merknaam | Aanduiding | |
1 | Quercus | robur | wilde soort | |||||
2 | Ilex | x | meserveae | soorthybride | ||||
3 | x | Cupressocyparis | leylandii | geslachtshybride | ||||
4 | Pinus | nigra | subsp. | nigra | wilde ondersoort | |||
5 | Callicarpa | bodinieri | var. | giraldii | wilde variëteit | |||
6 | Catalpa | fargesii | f. | duclouxii | wilde vorm | |||
7 | + | Laburnocytisus | adamii | entbastaard | ||||
8 | Fagus | sylvatica | 'Dawyck Purple' | cultivar | ||||
9 | Acer | 'Minorient' | ORIENTALIA | hybride; cultivar |
Maat- en gewichtsindicaties (draad)kluit
Boomvorm;
Stamomtrek | Kluitdiameter* | Gewicht* |
10-12 cm | 40 cm | 50 kg |
12-14 cm | 40 cm | 50 kg |
14-16 cm | 50 cm | 100 kg |
16-18 cm | 50 cm | 125 kg |
18-20 cm | 60 cm | 150 kg |
20-25 cm | 70 cm | 250 kg |
25-30 cm | 70 cm | 300 kg |
30-35 cm | 80 cm | 400 kg |
35-40 cm | 100 cm | 750 kg |
Stamomtrek | Kluitdiameter* | Gewicht* |
40-45 cm | 100 cm | 750 kg |
45-50 cm | 120 cm | 1000 kg |
50-60 cm | 140 cm | 1500 kg |
60-70 cm | 140 cm | 1750 kg |
> 70 cm | > 160 cm | > 3000 kg |
* Let op: Alle maat- en gewichtsaanduidingen zijn gemiddelden en daardoor enkel ter indicatie.
Struikvorm en solitairen;
Hoogte | Kluitdiameter* | Gewicht* |
150-175 cm | 50 cm | 75 kg |
175-200 cm | 50 cm | 75 kg |
200-250 cm | 50 cm | 100 kg |
250-300 cm | 60 cm | 150 kg |
300-350 cm | 70 cm | 250 kg |
350-400 cm | 80 cm | 400 kg |
400-450 cm | 100 cm | 750 kg |
450-500 cm | 100 cm | 800 kg |
500-550 cm | 120 cm | 1000 kg |
Hoogte | Kluitdiameter* | Gewicht* |
550-600 cm | 120 cm | 1100 kg |
600-700 cm | 120 cm | 1200 kg |
700-800 cm | 140 cm | 1750 kg |
800-900 cm | 160 cm | 3000 kg |
> 900 cm | > 180 cm | > 4000 kg |
*Let op: Alle maat- en gewichtsaanduidingen zijn gemiddelden en daardoor enkel ter indicatie.
Potmaten
De potmaat, van klein (P7) naar groot (C1000) zegt in veel gevallen iets over de grootte van de plant en dus ook over de prijs. De 'P' staat voor potmaat, het getal geeft de grootte weer in centimeter. Een P9 pot is dus 9x9 cm groot. De 'C' staat hierbij voor container, het getal geeft de inhoud in liters weer. Een C10 is dus een 10 liter container.
Een volledig overzicht:
Omschrijving | Doorsnee in centimeters | Volume in liter |
P7 | 7 x 7 x 8 cm | 0,4 |
P9 | 9 x 9 x 10 cm | 0,7 |
P11 / C1 | ∅ 11 | 1 |
P13 / C1,3 | ∅ 13 | 1,3 |
P14 / C1,5 | ∅ 14 | 1,5 |
P15 / C2 | ∅ 17 | 2 |
P17 / C3 | ∅ 19 | 3 |
P19 / C4 | ∅ 21 | 4 |
C5 | ∅ 22 | 5 |
Omschrijving | Doorsnee in centimeter | Volume in liter |
C7,5 | ∅ 26 | 7,5 |
C10 | ∅ 28 | 10 |
C15 | ∅ 32 | 15 |
C20 | ∅ 34 | 20 |
C25 | ∅ 38 | 25 |
C30 | ∅ 40 | 30 |
C35 | ∅ 40 | 35 |
C40 | ∅ 48 | 40 |
C50 | ∅ 50 | 50 |
Omschrijving | Doorsnee in centimeter | Volume in liter |
C65 | ∅ 54 | 65 |
C70 | ∅ 55 | 70 |
C85 | ∅ 63 | 85 |
C90 | ∅ 65 | 90 |
C100 | ∅ 60 | 100 |
C110 | ∅ 60 | 110 |
C125 | ∅ 65 | 125 |
C130 | ∅ 65 | 130 |
C150 | ∅ 87 | 150 |
Omschrijving | Doorsnee in centimeter | Volume in liter |
C160 | ∅ 80 | 160 |
C230 | ∅ 81 | 230 |
C285 | ∅ 95 | 285 |
C350 | ∅ 96 | 350 |
C500 | ∅ 110 | 500 |
C700 | ∅ 120 | 700 |
C1000 | ∅ 140 | 1000 |